Aan de reis: goede cijfers drogeladingvaart, containers blijven nog altijd achter
In dit artikel:
De droge ladingsector van de binnenvaart noteerde ook deze week sterke volumes: in totaal circa 4,2 miljoen ton vervoerd, ongeveer 100.000 ton meer (+3%) dan in de voorgaande week. Het aantal beladen reizen daalde licht: 2.740 reizen (-1%, minus 20), vooral doordat hogere Rijnwaterstanden schepen in staat stelden met een hogere beladingsgraad stroomopwaarts te varen, waardoor minder ritten nodig waren. Meerdere deelsegmenten presteerden goed; agribulk, kolen en ertsen lieten groei zien.
Containervervoer blijft echter zorgelijk: het weekvolume richting Rotterdam bedroeg 46.000 teu — 1.500 teu minder dan een week eerder en circa 10% onder het normale niveau vóór de stakingen van sjorders en loodsen. Antwerpen zag een stijging van 1.500 teu ten opzichte van de vorige week, maar ligt eveneens ongeveer 10% onder het gebruikelijke volume.
Agribulk groeide naar 439.000 ton (+5% of +22.000 ton). Rotterdam speelde hierbij een belangrijke rol doordat meerdere zeeschepen met veevoedergrondstoffen werden gelost; dat stimuleerde ook het vervoer naar Vlaanderen. Tegelijkertijd nam het aanbod in het achterland af bij bijna alle belangrijke graanherkomstgebieden: alleen Noord-Frankrijk noteerde een lichte stijging en het Mittellandkanaal bleef stabiel. Aanvoeren vanaf de Moezel halveerden en langs de Main was eveneens minder aanbod.
Ook bouwmaterialen kenden een opgaande lijn: circa 1,35 miljoen ton vervoerd (+3%). De stijging werd vooral gedreven door veel vraag richting Flevoland, Gelderland (Pannerden, Tiel), Groningen (met name Farmsum), Zuid-Holland (grotere schepen naar Dordrecht, Groot-Ammers, Krimpen aan den IJssel) en delen van Vlaanderen. Terwijl kleine zandschepen richting Alphen, Delft en Hillegom minder werden ingezet, nam transport per grotere schepen elders toe. Daarnaast veel erts naar Dillingen: 12 reizen met samen ongeveer 40.000 ton.
De ladinganalyse baseert zich op de periode vrijdag 30 oktober tot donderdag 6 november en vergelijkt met dezelfde periodes in 2024 en 2023.
Op de energiemarkten bleef ruwe olie internationaal licht dalen, maar de ARA-gasolieprijs (Amsterdam–Rotterdam–Antwerpen) steeg scherp — van ongeveer $713/ton naar bijna $800/ton op de spotmarkt. Achtergrond is een mix van factoren: zorgen over lokale diesel- en gasolietekorten door sanctieregelingen (verbod op verkoop van producten uit Russische ruwe olie in Europa), onderhoudswerkzaamheden bij raffinaderijen tot medio november en schade aan Russische raffinaderij-infrastructuur na een aanval, waardoor exporten uitvielen. Dit zorgt op korte termijn voor schaarste en stimuleert marktpartijen om posities af te dekken tot de expiratie van het novembercontract.
Op de Rijnbargemarkt had de sterke gasolieprijsstijging al effecten: enkele verladers schortten importen op of annuleerden orders, wat de vraag naar schepen verlaagde. Veel bevrachters hadden echter hun spotvloot al ingevuld, waardoor bezettingsgraden niet drastisch daalden. Tarieven daalden wel, deels door hoge waterstanden; droger weer en lagere waterstanden in de komende week kunnen de vrachttarieven weer ondersteunen. In de ARA-regio stegen benzinetarieven terwijl diesel/gasolie licht daalden; wachtrijen bij terminals nemen iets af, maar capaciteit blijft krapper dan de vraag, waardoor tarieven de komende week onder druk kunnen staan — ondanks dat niveaus momenteel beter zijn dan in voorgaande maanden.