Australië beschermt overlevingsplek van drenkingen Amsterdams VOC-schip Vergulde Draeck
In dit artikel:
De staat West-Australië heeft het kampement beschermd verklaard waar overlevenden van het in 1656 verongelukte Amsterdamse VOC-schip Vergulde Draeck zich vestigden. De scheepsramp vond plaats op 28 april 1656, toen het schip door een navigatiefout op een rif liep ongeveer 100 kilometer ten noorden van het huidige Perth. Van de 193 opvarenden bereikten circa 75 mensen de kust; een klein deel voer in een uit het wrak gemaakte boot door naar Batavia om hulp te halen, maar de achtergeblevenen werden tijdens reddingsacties nooit teruggevonden.
Het wrak zelf werd al in 1963 opgespoord. In de afgelopen jaren doken bij het strand vondsten op — onder meer navigatiepassers en koperen sluitingen — en archeologen vonden begin dit jaar aanvullend materiaal bij het kampement. De West-Australische erfgoedautoriteiten noemen de locatie zeldzaam en van groot archeologisch belang voor het begrip van het wrak en het lot van de overlevenden. Minister van erfgoed Simone McGurk benadrukte dat bescherming nodig is om dit deel van de geschiedenis voor toekomstige generaties te bewaren.
De beschermingsstatus verbiedt onder meer ongestuurde metaaldetectie en maakt het strafbaar de vindplaats te verstoren. In historische context wordt ook gewezen op vroege Nederlandse contacten met Australië — Willem Janszoon arriveerde in 1606 en Abel Tasman noemde delen van het continent in 1644 Nieuw-Holland — terwijl de VOC zich in de praktijk vooral op Oost-Indië (het huidige Indonesië) richtte.