Belgisch marineschip had een aanvaring nog voor de oplevering, maar is nu alsnog aan de marine overgedragen

dinsdag, 4 november 2025 (21:02) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

Het Belgische mijnenbestrijdingsvaartuig M940 Oostende arriveerde op 3 november in de marinehaven van Zeebrugge. Het is het eerste van zes City‑klasse schepen voor België binnen het binationale rMCM‑programma en een zusterschip van de materialen die Nederland in Frankrijk bestelde. Oorspronkelijk stond de oplevering gepland voor 23 juli, maar op 26 mei liep de Oostende schade op na een aanvaring met een drijvend ponton in de haven van Lorient; de composieten bulbsteven moest in een droogdok worden hersteld.

De Oostende behoort tot een nieuwe generatie Mine Warfare Vessels die klassieke Tripartite‑mijnenjagers vervangen. Het schip werkt met autonome oppervlakte-, onderwater- en luchtdrones om zeemijnen op afstand te detecteren, classificeren en neutraliseren, waardoor operaties veiliger en efficiënter worden. Volgens de Belgische marine markeert de komst van het schip de start van die transitie; de eerste onbemande systemen moeten eind november 2025 worden geleverd en zowel Belgische als Nederlandse eenheden zullen die vervolgens testen.

Het rMCM‑contract uit 2019 werd gegund aan het consortium Belgium Naval & Robotics (Naval Group en Exail). Dat voorziet in twaalf schepen (zes voor België, zes voor Nederland) en zo’n honderd drones; Naval Group verzorgt ontwerp en integratie, Exail de robotica en sensoren. De Oostende ligt voorlopig onder industriële vlag; de formele overdracht aan Defensie is gepland op 7 november. In december 2025 wordt de eerste Nederlandse nieuwbouw, Zr.Ms. Vlissingen, in gebruik genomen.

De noodzaak is duidelijk: nog steeds liggen duizenden explosieven uit de wereldoorlogen op de zeebodem, vooral in de Noordzee, en kunnen havens en scheepvaart in gevaar brengen. De nieuwe vaartuigen en onbemande systemen moeten ervoor zorgen dat handel, visserij en veiligheid op zee kunnen doorgaan zonder onaanvaardbare risico’s.