Blog: "Varen naar herstel". De opkomst van de Nederlandse koopvaardij na de Tweede Wereldoorlog (6)
In dit artikel:
De periode 1955–1960 markeerde voor La Corona / Shell Tankers en de Nederlandse havens een fase van versneld aanpassen aan de oceaanscheepvaart: schepen werden fors groter, waardoor diepere en ruimere ligplaatsen en betere beveiliging van het scheepvaartverkeer noodzakelijk werden.
Eind 1956 ontstond in Rotterdam het plan dat later Maasvlakte zou heten: een uitbreiding van havengebieden (onder meer Europoort en een eerste Maasvlakte-voorziening) om schepen met een diepgang van 13 m en meer te kunnen verwerken. Tegelijkertijd werden ook in Amsterdam grootscheepse aanpassingen voorbereid: verbreding van de havenmond bij IJmuiden, verdiepen van de vaargeul tot circa 15 m, verlenging van pieren en uitbreiding van haventerreinen inclusief plannen voor een tweede zeesluis. Deze ingrepen waren nodig omdat West-Europa sterk afhankelijk bleef van olie aanvoer en slechts een handvol havens — waaronder Rotterdam — over de faciliteiten beschikte om grote volumes te behandelen.
Veiligheid en navigatie kregen evenveel aandacht: op 30 november 1956 ging een netwerk van zeven radars langs de Nieuwe Waterweg in bedrijf, van de zeemonding tot het centrum van Rotterdam. De positieve ervaringen leidden tot overwegingen om een vergelijkbare radarketen voor de Schelde in te richten.
Internationale nieuwbouworders voor tankers van meer dan 100.000 BRT in de VS en Japan zetten de druk op havens en scheepswerven op. Bij de R.D.M. in Rotterdam werd een dok voor schepen tot circa 80.000 ton gepland (beschikbaar in de zomer van 1959), waar onder meer de nieuw te bouwen s.s. Rotterdam gebruik van zou maken. Ook in Marseille en voor het Suezkanaal werden maatregelen voorbereid om grotere schepen te accommoderen.
In 1958 introduceerde Shell Tankers het design ‘The new look’ — gestroomlijnde dekhuizen en schoorstenen — met m.s. Abida als voorloper, waarmee ook esthetiek en moderne scheepsbouw zichtbaar veranderden. Parallel aan havenuitbreidingen liet men in Rotterdam een rederijkantoor aan het Hofplein bouwen.
Infrastructuurprojecten droegen bij aan een betere oliestroom door Europa: vanaf eind jaren vijftig liep de aanleg van een circa 300 km pijpleiding naar het Duitse Rijnland (diameter ~60 cm), gepland in gebruik te nemen in 1960, zodat aangevoerde ruwe olie direct naar Duitse raffinaderijen gepompt kon worden.
Het artikel sluit met het afscheid in april 1959 van het legendarische m.s. Ondina, bekend van zijn gevecht met de Japanse hulpkruiser Hokoku Maru in 1942 en zijn rol bij bevoorrading van de geallieerden; kapitein Willem Horsman viel daarbij. Als achtergrondbijdrage worden personen en bronnen genoemd, onder meer Kees C.G. Storm en archiefmateriaal van Shell Tankers en CNOOKS.