Blog: Verslag symposium de Vergeten Watersnood van 1825
In dit artikel:
Op zaterdag 12 april 2025 vond in het Woudagemaal bij Lemmer het jaarlijkse symposium van de Wurkgroep Martime Skiednis van de Fryske Akademy plaats, met als thema de watersnoodramp van 1825, waarbij driekwart van Friesland onder water kwam te staan. De uitverkochte bijeenkomst trok 69 bezoekers en werd ondersteund door diverse organisaties waaronder Tresoar, het Fries Scheepvaart Museum en het Wetterskip Fryslân.
Hoogleraar Lotte Jensen besprak de rol van herinneringscultuur rondom rampen, waarbij de aandacht voor de watersnood van 1825 wordt versterkt door hedendaagse klimaatzorgen en recente herdenkingsactiviteiten, zoals het luiden van klokken in heel Friesland. Historicus Frits Zeiler belichtte de ontwikkeling van waterverdediging in Friesland van terpen via middeleeuwse dijken tot het verwaarloosde dijkonderhoud rond 1825, wat mede leidde tot de ramp. Na de ramp werd de dijkbouw verbeterd met glooiende dijken van aarde en steen.
Een lunchexcursie door het technisch indrukwekkende, nog steeds functionerende Woudagemaal gaf een praktisch inkijkje in de waterbeheersing. Historisch-socioloog Otto Knottnerus beschreef dijken als sociaal-maatschappelijke structuren die beschermen, verbinden en identiteit bieden. Hij benadrukte dat de watersnoden vooral indirect grote impact hadden, zoals de malaria-uitbraak na 1825, die de sterfte sterk verhoogde.
Dominee Dirk Jan Wassenaar plaatste de ramp in een religieus kader, waarbij de ramp werd gezien als goddelijke straf en aanleiding tot solidariteit. De kerken organiseerden grote inzamelingsacties die 2,2 miljoen gulden opleverden ter ondersteuning van getroffenen. Auteur Hylke Speerstra, geïnterviewd door historicus Erik Betten, combineerde in zijn boek ‘De Oerpolder’ historische feiten met lokale familieverhalen, waardoor de ramp levendig werd verteld.
Historicus Mark Raat schetste 1825 als omslagpunt in Friese waterbeheertradities: van particulier initiatief naar meer overheidsbemoeienis. Het Woudagemaal (1920) markeerde een doorbraak in het effectief afvoeren van boezemwater en drooggemaakte polders, ondanks blijvende uitdagingen. Dijkgraaf Luzette Kroon sloot af met een overzicht van de hedendaagse waterbeheertaken van Wetterskip Fryslân, waaronder de bestrijding van zeespiegelstijging, bodemdaling en klimaatveranderingen, die de provincie ook vandaag de dag scherp houden.
De dag bood zo een multidisciplinair perspectief op de historische en actuele betekenis van waterveiligheid in Friesland, met nadruk op herinnering, techniek, sociale en religieuze aspecten, en beleidsontwikkeling.