Blog: Verslag van het symposium Moderne scheepsbouw na 1870

vrijdag, 18 juli 2025 (15:31) - Maritiemportal.nl

In dit artikel:

Op 16 mei 2025 vond in de Verolmezaal van het Maritiem Museum Rotterdam het achttiende symposium plaats, georganiseerd door het Maritiem Portal en de Nieuwe Maritieme Geschiedenis van Nederland. Het thema was ‘Moderne Scheepsbouw na 1870’, passend bij de recent geopende tentoonstelling “Te water” over de Nederlandse scheepsbouw.

Robert Anraad van het Maritiem Museum opende het symposium door te wijzen op de samenwerking met de Erasmus Universiteit en de aankomende tentoonstelling over vrouwen in de maritieme sector. Ook gaf hij een vooruitblik op de vernieuwing van het museumgebouw waarmee de verbinding tussen stad en haven wordt versterkt.

Els Jacobs (Erasmus Universiteit en Maritiem Museum) presenteerde een overzicht van de ontwikkelingen in de Nederlandse handelsvaart in de twintigste eeuw. Ze legde uit hoe schaalvergroting, technologische innovaties en specialisatie de sector hebben veranderd. Dit leidde tot minder bemanning en havenarbeiders, maar een groter transporvolume en meer internationale samenwerking, waarbij de Nederlandse scheepvaart zich richtte op nichemarkten met gespecialiseerde schepen. Jacobs kondigde tevens aan dat Annette de Wit haar opvolger wordt als curator in residence vanaf september 2025.

Hein Klemann (Erasmus Universiteit) besprak de structurele veranderingen in de Nederlandse scheepsbouw sinds 1870, met de overgang van houten naar metalen schepen en de ontwikkeling van zeil- naar stoom- en motorschepen. Een tweede belangrijke transformatie was de globalisering en de-industrialisatie vanaf circa 1970. Hij belichtte de uiteenlopende ontwikkelingen binnen de grote scheepswerven, Groningse werften en de bouw van werk- en binnenvaartschepen, met de conclusie dat de grote werven verdwenen terwijl de andere sectoren bleven bestaan.

Gwen Lemmers (Maritiem Museum) introduceerde de kindertentoonstelling ‘PLONS! De toekomst van de zee’, die thema’s als energiewinning, voedselvoorziening, natuurherstel, scheepsbouw en plastic vervuiling op een speelse en toegankelijke manier behandelt. De tentoonstelling combineert tastbare en digitale elementen en zal verder worden uitgebreid met aanvullende programma’s en een terras.

Gerhard de Kok (Huygens Instituut – KNAW) gaf een update over het Netwerk Maritieme Bronnen (NMB), dat maritiem erfgoed digitaal beter toegankelijk wil maken. Pol Verbeeck (Maritiem Museum Zeeland) presenteerde het nieuwe linked open data portal rond het VOC-scheepswrak ’t Vliegend Hert, een samenwerkingsproject dat de zichtbaarheid van collectiedata vergroot en een ervaringsgericht platform nastreeft voor zowel onderzoekers als publiek. Hiervoor is verdere data-integratie en uitbreiding van een maritiem-archeologische thesaurus nodig.

Lex Backer (Shell) hield een presentatie over binnenvaartschepen voor vloeibare CO2 in het ARAMIS-project, de opvolger van het volgelopen PORTHOS-project. Hij schetste de transities van Shell van schelpen tot olie- en gasbedrijf en benadrukte het belang van carbon capture-technologieën voor CO2-opslag, ondersteund door een korte film.

Mark Straver (Erasmus Universiteit) sloot af met een presentatie over muziekverenigingen verbonden aan de Nederlandse scheepsbouw tussen 1945 en 1971. Hij toonde hoe deze verenigingen een sociale functie hadden binnen de groeiende scheepswerfgemeenschappen, met een onderscheid tussen hechte werfgebonden harmonieën en meer zakelijke, minder verbonden muziekgroepen.

Na deze lezingen stonden de deelnemers via een borrel met elkaar in contact om de opgedane kennis en inzichten verder te bespreken. Het symposium gaf zo een breed en diepgaand beeld van de historische en moderne ontwikkelingen in de scheepsbouw en maritieme cultuur in Nederland.