CBS ziet stijging vissers in uitkering, maar cijfers vertekenen beeld

In dit artikel:

Eind oktober telde het UWV 195.400 WW-uitkeringen in Nederland, een toename van 8.000 ten opzichte van september. Binnen de samengestelde sector landbouw‑, groenvoorziening en visserij nam het aantal uitkeringen procentueel met 20,6% toe, maar die stijging suggereert onterecht dat vissers massaal werkloos zijn. Het aantal vissers met een WW‑uitkering blijft al jaren extreem laag — doorgaans tussen de 10 en 20 per maand; in oktober waren het er slechts 11. De toename in de brede sector komt vrijwel zeker uit landbouw- of groenberoepen, niet uit de visserij zelf.

Een verklaring is dat veel vissers zelfstandige ondernemers zijn en daarom geen recht hebben op WW, waardoor werkloosheid onder hen niet in deze cijfers terugkomt. Tegelijk staat de visserij wel degelijk onder druk: in 2021 waren circa 1.800 mensen werkzaam op zeevarende vissersschepen, een cijfer dat al jaren daalt door toenemende kosten (zoals brandstof en bemanning), strengere regelgeving, lagere visprijzen en Europese vangstquota.

Nederland heeft een vloot met ongeveer 8 grote zeevissers, 289 kotters en 225 kleine zeevisserijschepen; regio’s als IJmuiden, Urk, Kop van Noord‑Holland en Zuidwest‑Nederland zijn het meest afhankelijk van de sector. Door saneringsregelingen neemt het aantal kotters af: vanaf 3 november 2025 kunnen eigenaren van garnalenkotters subsidie aanvragen voor vrijwillige sloop — minimaal vier kotters maakten recent al gebruik van zo’n regeling; de beschikbare pot van 40 miljoen euro is nog ruim gevuld.