'De binnenvaart boert achteruit in transportaandeel'

In dit artikel:

Erik Schumacher (1959) begon als machinist en stuurman in de grote koopvaardij en vloog daarna bijna veertig jaar als verkeersvlieger bij Martinair. In 2017 stapte hij over naar de binnenvaart en werd schipper op het drogeladingschip Jannette, dat hij kocht onder de naam Ancora‑Imparo. Erik woont al jaren deels nautisch: hij heeft ooit 27 jaar op een tjalk geleefd en zeilde, zette zichzelf op de Zeevaartschool in Vlissingen en behaalde ook zijn Groot Vaarbewijs en Rijnpatent tot Karlsruhe. Zijn partner Jannette (1966) heeft óók schipperspapieren en werkt als piloot op 747‑vrachtvliegtuigen; ze vaart regelmatig mee.

Erik koos bewust voor een 55‑meter schip zodat hij zonder extra bemanning kon varen. In 2022 verving hij de oude Deutz 536‑motor door een moderne Stage V‑motor, mede dankzij een subsidie van ongeveer 60 procent. De nieuwe motor levert ongeveer 17 procent brandstofbesparing en veel minder geluid, wat de operationele kosten en de verkoopbaarheid van het schip verbetert. Een persoonlijk detail: tijdens het varen smeerde Erik soms motoronderdelen terwijl het schip op autopilot stond, en controleerde dat op afstand met camera’s.

Economisch vaart hij in de vrije vaart met YST Logistics als vaste bevrachter. Hij vervoert veel losse bulk zoals veevoer en graan (partijen rond 500 ton), maar doet ook projectladingen waarvoor de tarieven substantieel hoger liggen. Projectwerk kan lucratiever zijn, maar vereist oplettendheid omdat zware, smalle lasten (bijvoorbeeld transformatoren) de scheepsvloer kunnen vervormen; Erik verdeelt daarom druk met balken en paste de blokjes onder zijn Friese luiken iets naar binnen om dichtingen beter te laten aansluiten.

Over de toekomst van de binnenvaart is hij kritisch: de sector verandert langzaam en verliest marktaandeel aan het wegvervoer. Ondanks technische verbeteringen en nicheopdrachten verwacht hij geen snelle vergroting van het vervoer over water.