Deense overheid heeft oog voor de zorgen van vissers en schort invoering CO₂-heffing op brandstof op

In dit artikel:

Deense autoriteiten hebben de ingevoerde CO₂-heffing op scheepsbrandstof voor de visserij tijdelijk teruggeschroefd na felle protesten van vissers en kustgemeenten. De belasting, die op 1 januari 2025 van kracht werd en zou oplopen tot €0,30 per liter in 2030, trof niet alleen Deense vloot, maar ook EU-gevlagde schepen — waaronder Nederlandse kotters die in Noordelijke visgronden varen en Thyborøn als uitvalsbasis gebruiken.

Door de heffing ontstond ongewenst gedrag: vissers bunkerden brandstof in goedkopere Zweedse of Noorse havens (bijvoorbeeld Egersund), verkochten soms hun vangst elders (Urk) en voedden zorgen over omzetverlies en ontslagen bij visafslagen en toeleveranciers langs de Deense kust. De Deense visserijvereniging drong daarom aan op uitstel; voorzitter Svend-Erik Andersen noemde het besluit van de regering een belangrijk antwoord op die bezwaren.

Concreet is het besluit dat tussen 2026 en 2028 geen heffing wordt doorberekend. In 2029 wordt de maatregel voor de helft ingevoerd en vanaf 2030 volledig. Voor 2025 blijft de heffing echter volledig van kracht. Omdat wetswijziging tijd kost, is er tot naar verwachting het eerste kwartaal van 2026 een compensatieregeling: vissers (zowel Deens als EU-gevlagd) die al CO₂-heffing hebben betaald, kunnen die terugvorderen.

De regering waarschuwt dat politieke besluiten of economische ontwikkelingen het plan nog kunnen beïnvloeden. De Conservatieve Volkspartij, vertegenwoordigd door woordvoerder Per Larsen, vraagt minister Jacob Jensen van Visserij om duidelijkheid over de geplande volledige invoering in 2029 en over mogelijke conflicten met EU-wetgeving; hij heeft bovendien gevraagd om alle communicatie tussen ministeries en de Europese Commissie openbaar te maken.