Dit zijn de 8 grootste olietankers ooit (en ze zijn bijna allemaal al gesloopt)

zaterdag, 20 september 2025 (12:02) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

Olietankers behoren tot de grootste schepen ooit gebouwd; vrijwel alle topacht komen uit de jaren ’70 en ’80 en markeerden een tijdperk van schaalvoordeel dat later onhoudbaar bleek. Schuttevaer rangschikt de acht langste tankers en schetst hun lot.

- Seawise Giant/Knock Nevis (458,45 m, 564.763 DWT): het grootste schip ooit. Overleefde schade tijdens de Iran-Irakoorlog, kreeg meerdere namen (Jahre Viking, Knock Nevis), diende later als drijvende opslag in Qatar en werd in 2010 gesloopt.
- Pierre Guillaumat (414 m, 555.051 DWT): een van de vier Batillus-klassen; door de oliecrisis snel verliesgevend en vroegtijdig gesloopt.
- Prairial (414 m, 555.046 DWT): eveneens Batillus-klasse, voer langer dan haar zusters en bleef tot ver in de jaren ’90 actief onder Elf Aquitaine.
- Bellamya (414 m, 553.662 DWT) en Batillus (414 m, 553.662 DWT): Franse reuzen die bij oplevering technisch indrukwekkend waren maar door hoge exploitatiekosten en beperkte inzetbaarheid vroeg werden afgedankt.
- Esso Atlantic en Esso Pacific (beide 406,6 m, 516.895 DWT): zusterschipparen die wél commercieel succes hadden; de Atlantic voer meer dan dertig jaar in dienst van Esso en werd pas in 2002 uitgefaseerd.
- Berge Empress / Berge Emperor (381,8 m, 414.000–424.000 DWT): door rederij Bergesen gebouwde reuzen die, hoewel kleiner dan de Batillus-schepen, economisch beter uitpakten dankzij hun flexibeler inzetbaarheid.

Huidige grootste operationele eenheid is de voormalige TI Oceania (380 m, 441.585 DWT), nu Oceania, als FSO voor de kust van Maleisië. De periode van 400‑meter‑tankers is grotendeels voorbij: strengere milieuregels, veranderende oliehandel en havenbeperkingen maakten zulke extreem grote schepen economisch onhoudbaar. Moderne tankers zijn daarom meestal kleiner en efficiënter, maar namen als Seawise Giant en Batillus blijven symbolen van die maritieme piekperiode.