EOC vaart mee met loods: 'Passeerafstand en zuiging worden vaak onderschat'

dinsdag, 18 november 2025 (12:02) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

EOC stuurde preventiemanager Marnix de Bakker een dag mee met loods Reinier Verschoor om de kloof tussen zee- en binnenvaart te verkleinen: meer begrip moet de vaarweg veiliger maken. De dag begon vroeg op het loodskantoor Rotterdam‑Rijnmond in de Europoort — het regionale centrum met planning, simulatoren, trainingsruimte en zelfs een helikopterplatform — waarna twee praktijkritten volgden langs bekende plekken als Torontohaven, 3e Petroleumhaven, Botlek, Oude Maas, Hartelkanaal, Spijkenissebrug, Dordtse Kil en het Hollands Diep richting Moerdijk.

Eerste ervaring: het verhalen van een grote chemicaliëntanker (159 x 27 m, diepgang 7,5 m, Hongkong‑registratie). Door het ontwerp van het schip (klein roer, weinig achteruitvermogen, beperkte boegschroef bij die diepgang) is wendbaarheid beperkt; daarom assisteerden sleepboten en roeiers en was precies manoeuvreren bij het afmeren aan stuurboord cruciaal. Dat leverde een aantal eyeopeners op: winddruk op de romp, krappe ruimte, en de noodzaak dat laad‑ en losleidingen zeer precies moeten uitkomen — aangegeven met vlaggen — waardoor elke beweging minutenwerk is.

Later die dag wisselde De Bakker van schip en voer mee op een Noorse olie‑/chemicaliëntanker (140 x 20 m, diepgang 6,8 m) richting Moerdijk. Dit schip bleek veel beter ontworpen om in rivieren te sturen: anders gevormde romp, krachtigere boegschroef, verstelbare schroef en een roer met flap maakten het mogelijk zonder sleepboten op eigen kracht te manoeuvreren. De loods nam hier zelf het commando op de brug en toonde hoe ver hij vooruit denkt: korte, duidelijke marifoonberichten en continue positiekeuze in smalle stukken.

Gedurende de dag kwamen herhaaldelijk knelpunten naar voren die leiden tot onveiligheid of verwarring: communicatieproblemen met binnenvaartschippers (vooral Oost‑Europese bemanningen die onzeker en veel communiceren, wat ruis veroorzaakt), onderschatting van zuiging en passeerafstanden bij zeeschepen, en het grote dode hoek‑effect vanaf de brug bij hoge opbouw of containers. Een loods illustreerde het raak met een beeldende uitspraak: "Bij een paard ga je voorlangs, bij een zeeschip achterlangs." Ook pleziervaart zorgt vaak voor extra risico: recreatievaartuigen varen soms binnen de betonning en reageren onvoldoende op zuiging of golfslag.

Praktische observaties: loodswerk vraagt precisie en collegialiteit (contact met verkeersposten, sleepboten, roeiers en binnenvaart), snel afleggen van taken bij het afmeren en het respecteren van rustregimes (na dienst volgt negen uur rust). Waar mogelijk passen loodsen snelheid aan om golven te beperken, maar de invloed van zware zeeschepen op kleinere vaartuigen blijft vaak ingrijpend en onvermijdelijk.

De dag resulteerde in wederzijds respect: de loodsen tonen groot vakmanschap en beseffen de uitdagingen voor de binnenvaart; volgens De Bakker zou iedereen eens mee moeten varen om te ervaren hoe anders de rivier eruitziet vanaf de brug en hoeveel samenwerking nodig is voor een veilige vaart.