Grijze haren van groene plannen op het Scheepsmotoren Event
In dit artikel:
Op het Schuttevaer Scheepsmotoren Event in Alblasserdam bleek dat de beloften rond varen op waterstof, methanol, batterijen of ammoniak in de praktijk hardnekkige problemen opleveren. Twee cases stonden centraal: Unibarge’s retrofit naar methanol en het NERA-H2-project voor waterstof in de riviercruisevaart. Beide projecten tonen dat techniek alleen niet voldoende is; regelgeving, operationele kosten en klantkeuzes zijn even doorslaggevend.
Unibarge (Alexander Wanders en Mark Tieman) bouwde een bestaande binnenvaarttanker, de Chicago (110 x 11,45 m), om zodat één ladingtank als methanolbrandstoftank kan dienen. Methanol vraagt meer volume per energienheid, waardoor ongeveer 6% van de ladingruimte verloren gaat. Technisch lukte de ombouw met hulp van Arenared, maar de grootste kopzorg was compliance en vergunningen: “Onderschat het niet”, waarschuwde Wanders. De drijfveer was zowel een klantvraag — producent OCI — als de wens uitstoot van de markt te halen door retrofit boven nieuwbouw te verkiezen.
Een terugkerend thema was de afweging van extra kosten. Alternatieve brandstoffen zoals HVO en waterstof brengen een operationele meerprijs met zich mee; of deze green premium betaalbaar is, hangt af van klanten en subsidies. Koplopers als Zero Emission Services en Future Proof Shipping ondervinden dat klanten vaak terugdeinzen voor duurdere, maar schonere opties. Hoewel Europese regelingen en subsidies enige verlichting kunnen bieden, is het onzeker of dat genoeg is om de transitie op gang te brengen.
Dat laatste werd duidelijk bij NERA-H2: de ombouw van een riviercruiseschip naar waterstof krijgt minder vaart omdat een partner met Europese steun liever voor methanol als tussenoplossing kiest. Lucas van Elsen zegt dat het project niet stopt maar vertraagt, wat ook tijd geeft om technische ontwikkelingen beter af te wegen.
Kort: pionierswerk met retrofit is technisch haalbaar, maar wordt vaak geblokkeerd door regeldruk, zakelijke prioriteiten en de vraag of klanten bereid zijn te betalen voor schone brandstoffen.