Hagland Polaris duikt Winschoterdiep in

In dit artikel:

Op 28 november werd de Hagland Polaris tewatergelaten bij Royal Bodewes op de Ritsema‑locatie in Foxhol. Het hybride, zelflossende vrachtschip werd gedoopt door Henriette Aanensen, partner van Haglands co‑CEO Øivind W. Aanensen, en met hulp van sleepboten Gruno II en Waterpoort het Winschoterdiep ingesleept. Rond de stapelloop was veel publieke belangstelling.

Opdrachtgever is het in Haugesund gevestigde Hagland Shipping; de Polaris is de nieuwste aanwinst in een serie 5000 Hybrid Eco Traders van Royal Bodewes, na oplevering van de Hagland Pioneer, Progress en Premier eerder in 2022–2023. Met deze schepen wil Hagland geluidshinder en uitstoot sterk terugdringen: in de haven zero‑emissie, en tijdens zeegang naar verwachting circa 40% minder CO2 en 90–95% minder NOx. Voor de eerste hybride boxhold‑zelflossers kreeg Hagland subsidie van Enova, het Noorse klimaatfonds; voor de vervolgserie is die subsidie vanwege het eerdere succes niet toegekend.

De Polaris biedt plaats aan negen opvarenden en meet 86,93 m lengte bij 15,00 m breedte, met een draagvermogen van circa 4.860 tdw en een ruimtevullende inhoud van ongeveer 214.150 cu ft. Het schip heeft een hybride voortstuwingssysteem met een accupakket van 1 MWh en een 1.590 kW ABC‑8DZC hoofdmotor, voorzien van SCR om aan IMO Tier III te voldoen; de dienstsnelheid is 12 knopen. Voor handeling van lading zijn twee luikenwagens en een elektrische graafmachine aan boord. Lokale toelevering is onder meer de achterschipmodule met schroefaskoker en 7 m² BMT‑flap‑roer van de Benes Groep (Hoogezand); verstelbare schroef van Berg Propulsion (via Pon Power), reductiekast van Renk en stuursysteem van Kongsberg. De definitieve oplevering staat gepland in maart volgend jaar; bouwnummers 851–853 volgen met ongeveer zes maanden tussenpoos.