Kabinet heeft veel meer geld nodig voor grote infraprojecten

maandag, 20 oktober 2025 (13:45) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

Demissionair ministers Robert Tieman (Infrastructuur) en Mona Keijzer (Volkshuisvesting) waarschuwen de Kamer dat er structureel veel meer en voorspelbaar geld nodig is voor grote infrastructuurprojecten in Nederland. Ze pleiten voor financiering die op lange termijn vaststaat in plaats van incidentele potjes zoals de afgelopen jaren, zodat plannen en marktpartijen zich kunnen voorbereiden.

Het kabinet doelt op zogeheten structuurversterkende projecten die essentieel zijn voor de inrichting van het land en nieuwe woningbouw, bijvoorbeeld de IJmeerverbinding tussen Amsterdam en Almere en de Merwedelijn tussen Utrecht en Nieuwegein. Hoewel er al een Mobiliteitsfonds en een meerjarenprogramma bestaan, is er volgens de ministers te vaak geld uit dat fonds naar voren gehaald om huidige tekorten te dichten.

De huidige aanpak mist een realistische langetermijnstrategie; beslissingen blijven te veel per los project en onder regionale druk genomen worden, wat bij schaarste leidt tot versoberingen in plaats van duidelijke keuzes. Tegelijkertijd daalt het beschikbare budget voor wegen, vaarwegen en spoor, terwijl onderhouds- en vervangingskosten stijgen, onder meer door verouderde infrastructuur en hogere eisen door militair transport. Rijkswaterstaat rekent op een tekort van meer dan 20 miljard euro.

Als voorbeeldscenario noemt het kabinet een extra jaarlijkse bijdrage aan het Mobiliteitsfonds van 1 miljard vanaf 2031, oplopend naar 2,5 miljard in 2050 — een investering van tientallen miljarden waarmee projecten stabieler kunnen worden gepland. Vorig jaar waarschuwde ook minister Barry Madlener al dat uitstel uiteindelijk tot vastlopen zou leiden.