Matador 3 van Bonn & Mees haalt ook tweede wrakdeel van 'keizerlijke duikboot' uit Noordzee

In dit artikel:

Bonn & Mees heeft voor de kust van Cuxhaven de berging voltooid van de in 1919 gezonken Duitse onderzeeër U-16. Tijdens het omhoog hijsen brak het 57 meter lange wrak zondag in tweeën; het voorste deel werd in de nacht naar maandag geborgen, het achterste deel volgde woensdag met hulp van de wrakgrijper van de drijvende bok Matador 3. De operatie werd uitgevoerd in opdracht van baggeraar Deme; Bonn & Mees, sinds 2023 gefuseerd met Hebo, meldde de klus trots op LinkedIn maar kon geen nadere toelichting geven.

De wrakstukken lagen op zo’n 20 meter diepte bij de monding van de Elbe, tussen de eilandjes Neuwerk en Scharhörn. De Duitse Waterwegen- en Scheepvaartautoriteit (WSV) wees erop dat erosie het wrak kon doen verschuiven waardoor het met de achtersteven in de vaargeul zou uitsteken — een risico voor de scheepvaart en reden om tot onmiddellijke berging over te gaan. Het vaartuig, gebouwd in Kiel in 1911 en sinds 1960 geregistreerd, was niet als monument aangewezen en door niemand geclaimd.

Het Federale Maritiem- en Hydrografisch Agentschap (BSH) bleek niet vooraf geïnformeerd; men kreeg bericht toen het eerste deel al was geborgen en wil de zaak intern coördineren. Beide wrakdelen worden voorlopig beveiligd. Oorspronkelijk was sloop en verwijdering van oude accu’s gepland, maar dat lot is nu onzeker: WSV overlegt met het Federaal Agentschap voor Onroerend Goed, terwijl het Duitse Marinemuseum interesse heeft in ten minste een deel. Onderwaterarcheoloog Florian Huber wijst erop dat U-16 de enige Duitse WOI-onderzeeër is die niet meer op de zeebodem ligt en dat er mogelijk waardevolle artefacten in de wrakdelen aanwezig zijn.