'Nederlanders zijn professionals'
In dit artikel:
Schipper Stéphane Couzereau (1978) vaart sinds 2023 met zijn vrouw Claudine (1977) en zoon Lenny (2007) op het Franse drogeladingschip Cura Déi. Het gezin keert zo terug naar de vrachtvaart nadat Stéphane jarenlang op passagiersschepen op Rhône, Saône, Seine en Rijn voer. In 2001 begonnen Stéphane en Claudine op de spits Isola Doma; na 2010 ging Claudine tijdelijk aan de wal voor de kinderen, waarna Stéphane twaalf jaar in de passagiersvaart werkte. Toen zoon Lenny aangaf schipper te willen worden — hij haalde zijn diploma in Tremblay‑le‑Mauldre — kochten ze via GSK Brokers de Cura Déi om de familietraditie en kennis van vijf generaties voort te zetten.
De Cura Déi vervoert vooral granen, koolzaad, kunstmest en plaatstaal en vaart veel naar Nederland en Duitsland. Kolen naar Frankrijk neemt af; schrootijzer wordt bewust vermeden omdat het het schip beschadigt. Stéphane schetst ook marktverschillen: trajecten vanaf Noord‑Frankrijk naar Hamm betalen goed (voorbeeld: €14,50 voor negen dagen), terwijl korte Franse trajecten op de Seine minder opleveren ondanks snel verloop.
Stéphane is kritisch over de Franse binnenvaartorganisatie en infrastructuur: VNF staakt regelmatig, politiek is wisselvallig en scheepswerven en onderhoudsvoorzieningen in Frankrijk zijn sterk afgenomen. Nederlandse werven en havens noemt hij professioneel en efficiënt — volgens hem is service, kwaliteit van vaarwegen en los‑/laadfaciliteiten in Nederland duidelijk beter dan in België of Frankrijk. Als anekdote noemt hij ook praktische verschillen: in Nederland zijn bruggen doorgaans hoog of gaan ze open; in Frankrijk komen lastige, laagstaande bruggen in bochten vaker voor.