Nederlandse kapitein en opvarenden wrakzoekschip N35 zonder aanklacht achter de tralies in Venezuela
In dit artikel:
Kapitein Pim de Rhoodes, zijn Nederlandse vrouw en de volledige bemanning van het wrakzoekschip N35 zitten sinds medio juni vast in Venezuela, zonder dat er tot nu toe formeel geklaag is ingediend. Het voormalige offshore bevoorradingsschip werd op 13 juni door de Venezolaanse marine onderschept en vastgelegd in de haven van Guamache op Isla Margarita. De bemanning wordt verdacht van zaken als spionage, terrorisme en het aanwakkeren van oproer, maar er is nog geen officiële aanklacht gepresenteerd.
De gevangenen zitten verspreid in twee instellingen: zeven mannen in het El Rodeo-gevangeniscomplex bij Caracas en twee vrouwen in een vrouwengevangenis in La Guaira, ongeveer 30 km ten noorden van de hoofdstad. Kapitein De Rhoodes en zijn vrouw kregen inmiddels consulaire bezoeken van een medewerker van de Nederlandse ambassade in Caracas; vijf andere bemanningsleden (een Spaanse en een Hongaarse matroos en drie Hondurezen) kregen ook consulair contact. Volgens bronnen verscheen de Hondurese ambassadeur nadat familieleden herhaaldelijk naar Tegucigalpa reisden om actie te vragen. Twee bemanningsleden — een Panamese oiler en een Indonesische kok — zouden nog geen consulaire bijstand hebben ontvangen.
Een door De Rhoodes ingehuurde advocaat kreeg geen toegang tot het schip omdat de Venezolaanse marine dit weigerde, waardoor de bemanning tot nu toe geen juridische bijstand heeft. Het Venezolaanse Openbaar Ministerie had tot eind juli om formeel te vervolgen; bij overschrijding van die termijn had het OM verlenging moeten aanvragen, anders zouden de verdachten vrijgelaten moeten worden. Dat is tot dusver niet zichtbaar gebeurd.
De zaak heeft diplomatieke spanning opgeroepen met kritiek op de rol van Panama als vlaggenstaat. De scheepsbeheerder uit Rotterdam vindt het onbegrijpelijk dat Panama niet krachtiger optreedt; de Panamese Maritieme Autoriteit zei op 8 juli wel de rechten van de zeevarenden te willen beschermen maar concrete actie blijft volgens de beheerder uit. Buitenlandse Zaken in Den Haag weigert publiekelijk in te gaan op mogelijke consulaire details. Vanuit internationale maritieme regels geldt de vlaggenstaat doorgaans als verantwoordelijk voor bescherming van bemanning en schip, wat de roep om meer actieve diplomatie verklaart.