Neemt visafslag IJmuiden dit jaar het stokje van Urk over?

vrijdag, 7 november 2025 (12:02) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

Met nog ongeveer zeven weken in het seizoen lijkt het erop dat de visafslag in IJmuiden dit jaar Urk van de troon kan stoten als grootste omzetmaker, vooral door toenemende aanvoeren van pijlinktvis en zwarte inktvis. Na tien maanden staat IJmuiden op zo'n 51 miljoen euro; om het omzetniveau van vorig jaar te evenaren is in november en december nog ruim 18 miljoen euro nodig.

De afgelopen jaren liep het verschil tussen de twee koplopers flink terug: waar Urk in 2021 nog zo’n 30 miljoen euro meer omzet had, kwam IJmuiden in 2022 en daarna steeds dichterbij. In 2024 noteerden beide afslagen wel iets minder volume dan het jaar ervoor, maar de omzet steeg licht: Urk circa 74,4 miljoen euro en IJmuiden ongeveer 69,2 miljoen euro.

IJmuiden profiteert van een veranderend visserijpatroon. Ondanks een gekrompen boomkorvloot kiezen veel kotters — onder meer garnalenkotters, twinriggers en boomkorkotters die overschakelen op pijlinktvis — ervoor hun vangst in IJmuiden aan te bieden. Ook bokkers uit Zeeland bieden regelmatig aan. Urk blijft sterk door een brede klantenkring van onder meer flyshooters en bordenvissers die consistent zowel zwarte inktvis als pijlinktvis aanvoeren.

Praktisch bewijs van de omslag: eind oktober bracht één veilingdag in IJmuiden 123 ton vis met veel inktvis; eerder in oktober was er een dag met 145 ton (de op een na hoogste aanvoer dit jaar) die na veiling zo’n 750.000 euro opbracht. Vrijdag is traditioneel de belangrijkste aanvoerdag; de gemiddelde vrijdagaanvoer steeg van circa 56 ton in juli naar 127 ton in oktober.

Economisch gezien leveren pijlinktvis, zwarte inktvis, rode poon en mul aanzienlijk hogere prijzen op dan schol: pijlinktvis varieert grofweg van €4 tot boven de €12/kg, zwarte inktvis rond €5/kg en mul van €4 tot €10/kg. Die gunstige prijsvorming verklaart deels waarom schepen hun visserijprofiel verleggen en waarom IJmuiden in de huidige marktomstandigheden sterk staat, terwijl kleinere afslagen zoals Vlissingen, Stellendam en Scheveningen kampen met magere aanvoeren.