Noorse offshore rederij Olympic Subsea zet in op drastische brandstofbesparing
In dit artikel:
Olympic Subsea, een Noorse rederij opgericht in 1996 met wortels in olie en gas, zet stevig in op verduurzaming van zijn offshorevloot. CEO Stig Remøy presenteerde in Ulsteinvik de technische en strategische stappen: samenwerking met Kongsberg Maritime voor een nieuwe serie Sustainable Energy Vessels, gebouwd bij Ulstein. Vier CSOV-schepen zijn besteld (zoals Olympic Boreas en Olympic Artemis); ze zijn groter en multifunctioneler voor offshore wind én olie- en gasactiviteiten, en ontworpen om flink minder brandstof te verbruiken.
De schepen krijgen hybride aandrijfsystemen met batterijen, variabele-snelheidsgeneratoren en warmte-terugwinning. In bepaalde omstandigheden kunnen ze volledig elektrisch varen en ze zijn voorbereid op een toekomstige omschakeling naar methanol. Remøy noemt concrete efficiëntiewinsten: alleen al door een aangepaste thruster-configuratie is ongeveer 15% brandstofbesparing gerealiseerd; de batterijcapaciteit is bovendien modulair uit te breiden — tot naar eigen zeggen tientallen keren de huidige capaciteit. Zijn motto is helder: "er is geen weg terug" richting lage-emissies.
De investeringen vergen extra kapitaal: één hybride schip kostte circa 2 miljoen dollar meer dan een conventionele uitvoering. Remøy ziet dat als een strategische investering waarvan de opbrengst op termijn de meerkosten zal compenseren, en benadrukt dat de keuze zakelijk van aard is. Hij signaleert wel dat de markt nog niet altijd bereid is die meerkosten te betalen, al wijzen klanttevredenheidsscores (boven 95%) erop dat opdrachtgevers de prestaties waarderen.
Om de transitie te versnellen pleit Remøy voor een NOx-fondsachtig mechanisme voor CO₂: een speciaal fonds waar scheepvaartbedrijven in storten en dat subsidies of terugbetalingen financiert voor emissiereductie-investeringen. Hij wijst op het bestaande Noorse NOx-fonds (sinds 2008 meer dan 5 miljard NOK en een reductie van 50.000 ton NOx) als bewijs dat zo’n aanpak kan werken en kennis, technologie en banen in Noorwegen kan houden. Daarnaast benadrukt hij dat concurrentie tussen werven en rederijen innovatie stimuleert, in tegenstelling tot protectionistische markten zoals die van de VS.
Remøy erkent onzekerheid over toekomstige batterij- en brandstoftechnologieën, maar kiest voor flexibiliteit: schepen die kunnen schakelen tussen elektriciteit en vloeibare brandstoffen zodra infrastructuur en regelgeving dit rendabel maken. Olympic profileert zich daarmee als koploper in de offshore-energie transitie en bouwt bewust verder richting een laagemissietoekomst.