Onderzoekers zien modal shift-kansen dankzij nieuw fenomeen 'carrier logistics'
In dit artikel:
Erasmus UPT-onderzoekers introduceren het begrip "Carrier Logistics" om te beschrijven hoe grote containerrederijen steeds meer zelf de regie over de keten nemen. Maersk, MSC en CMA CGM investeren niet alleen zwaar in deepsea-terminals, maar bouwen ook inland-terminals en intermodale netwerken op. Hoewel carrier logistics momenteel nog maar circa 2–3% van de containervolumes beslaat, groeit de invloed snel omdat de prioriteiten verschuiven van maximale belading naar betrouwbaarheid, voorspelbaarheid en klanttevredenheid. Als resultaat is de punctualiteit van sommige schepen – bijvoorbeeld bij Gemini en MSC – van ongeveer 50% naar circa 80% gestegen.
Deze integratie verandert de rol van de inlandterminal: de container yard (Inland CY) fungeert steeds vaker als contractueel eindpunt, in plaats van de zeehaven. Dat vergemakkelijkt de modal shift naar spoor en binnenvaart, omdat wachttijden en onzekerheden op water en spoor door betere afstemming afnemen en wegtransport eerder wordt uitgesloten. Daarmee neemt ook de potentie voor verduurzaming van de achterlandlogistiek toe.
Tegelijk blijven fijnmazige, regiogerichte diensten – vooral voor het MKB – vaak buiten het bereik van de grote reders. Dat laat ruimte voor gespecialiseerde lokale dienstverleners in haven en achterland. Daarnaast signaleren de onderzoekers een tweede trend: verladers die zelf regie nemen, zoals Lidl met Tailwind Shipping Lines, wat de vraag naar ketencontrole en voorspelbaarheid onderstreept. Het rapport is opgesteld door Bart Kuipers en Dominique van Keeken in opdracht van Topsector Logistiek en SmartPort.