'Op een schip is altijd gedoe en gezeik, maar varen maakt alles goed'
In dit artikel:
Joram Lehmann woont met zijn vrouw Karin, een dochter van 16, een volwassen dochter en een kat aan boord van de Amstelbrouwerij XII, een historisch schip uit 1926 dat hij dertig jaar geleden kocht in Lemmer en naar Rotterdam voer. Het schip ligt aan de Scheepmakerskade; opvallend is dat ook Amstelbrouwerij X en het voormalige Amstelbrouwerij IV (nu Luxor) uit Amsterdam hier in de buurt liggen. Wat aanvankelijk een goedkoop studentenproject leek, groeide uit tot een jarenlange restauratie: Lehmann maakte het casco, de fundatie en de bun opnieuw, verwijderde eerdere kraanopbouwen en bracht veel delen terug in de oorspronkelijke staat.
Lehmann kwam via een vriend uit de binnenvaart in aanraking met varen op een spits en gebruikte die leidraad toen hij zijn eigen 30-meter schip onder controle kreeg. Tijdens de restauratieperiode lag hij vooral in de Oudehaven en later in de Wijnhaven en bij werf De Koningspoort, plekken waar restauratie van historische schepen veel gebeurde. Hij leerde zichzelf lassen en vooral klinken (traditioneel klinknagelwerk) en ontwikkelde zich van hobbyist tot professioneel scheepsrestaurator. Vanuit zijn werkschip Madrigale voert hij nu restauraties uit, met klinken als specialisatie — techniek die vooral bij schepen van vóór de jaren ’30 normaal was en later grotendeels werd vervangen door lassen.
Een belangrijk project was de restauratie van de stevenaak Helena (circa 1885) op werf De Koningspoort, waarbij vrijwel geen laswerk werd toegepast; Lehmann en zijn collega’s waren daarmee pioniers in grootschalig klinkwerk in Nederland. Hij richt zich bewust op oudere binnenvaartschepen, veelal voor 1960 gebouwd, omdat die productieperiode en technieken in Nederland historisch belangrijk en nu zeldzaam zijn. Door klinkwerk uit te voeren brengt hij technieken terug die bijna verdwenen waren en behoudt daarmee cultureel en technisch erfgoed.
Privé is het wonen op een schip zowel bijzonder als veeleisend: de dochters zijn op het schip geboren en groeiden ermee op, maar onderhoud, vocht en temperatuurwisselingen vragen continu aandacht. Toch geniet de familie van het varen; ze maken tochten door België en Noord-Frankrijk, over de Maas tot aan Dinan en door Nederland. Dat varen en het behoud van historische schepen vormen de kern van hun leven en werk.