SAB wijzigt vaartijdregels voor praktijkexamen rondvaartboot Amsterdam

In dit artikel:

Schippers die het praktijkexamen voor het Amsterdamse rondvaartboot‑grachtentype willen afleggen, mogen voortaan hun vereiste vaartijd opbouwen op elk soort beroepsmatig vaartuig. Dat heeft SAB (Stichting Afvalstoffen & Vaardocumenten Binnenvaart) bekendgemaakt; de wijziging is ingevoerd omdat opleiders hadden aangegeven dat het verkrijgen van uren op precies dat specifieke rondvaarttype voor veel kandidaten lastig of niet haalbaar was. De eerdere regeling (per 1 juni) eiste dat de vaartijd uitsluitend op een rondvaartboot werd gemaakt; die eis is nu geschrapt en de wijziging werkt met terugwerkende kracht.

Sinds 2025 is het speciale certificaat “rondvaartboot vaarbewijs Amsterdams grachtentype” verplicht voor commerciële schippers die 13 of meer passagiers vervoeren met een rondvaartboot korter dan 20 meter (op basis van een EU‑richtlijn). Kandidaten moeten minimaal Klein Vaarbewijs 1 en het Basiscertificaat Marifonie bezitten en doen het praktijkexamen bij het CBR. Het bevoegdheidsgebied voor dit vaarbewijs is vooral zone 4 (de stad), met mogelijk varen in zone 3 (bijvoorbeeld het IJ) na toestemming van de beheerder; varen in zone 2 (zoals het IJsselmeer) is niet toegestaan.

Vaartijd moet worden vastgelegd op een speciaal registratieformulier en bij aanvraag van een vaartijdverklaring bij de SAB worden getoond; bijvoorbeeld met een werkgeversverklaring als bewijs.