Scheepswerf Heerewaarden in verzet tegen afmeerverbod

In dit artikel:

Scheepswerf Heerewaarden aan de Maas gebruikt sinds decennia loswal De Bol om schepen af te meren en kleine bovenwaterreparaties uit te voeren. De gemeente Maasdriel probeerde dat gebruik te stoppen met een dwangsom van 30.000 euro, maar die ingreep strandde bij de Arnhemse rechtbank. De rechtbank oordeelde dat een enkel afgemeerd schip onder overgangsrecht kan vallen omdat dit al lange tijd plaatsvindt, maar stelde tegelijk grenzen aan het gebruik. Zowel de werf, de gemeente als enkele omwonenden gingen in hoger beroep bij de Raad van State.

Tijdens de zitting op maandag 25 augustus kwam vooral bewijsvoering ter sprake. De gemeente stelt dat het gebruik in de loop der jaren is toegenomen, zodat het overgangsrecht vervalt en afmeren in strijd is met het bestemmingsplan. De werf zegt dat er al zeker sinds de jaren ’70 afgemeerd wordt en dat dat door meerdere getuigen wordt bevestigd; zij beroept zich daardoor op overgangsrecht. De voorzitter van de Raad van State vroeg om concreter bewijs: vooral of er tegelijk meerdere schepen langere tijd lagen, want intensiever gebruik zou het overgangsrecht ontkrachten.

De werf benadrukte de praktische noodzaak van een afmeerplek en noemde als voorbeeld dat zelfs de blusboot Weser soms bij het droogdok ligt, ondanks een verbod van Rijkswaterstaat. Verder heeft de gemeente een nieuw bestemmingsplan voor het gebied vastgesteld; dat plan wordt door de werf in een aparte procedure aangevochten. De Raad van State doet over zes weken uitspraak.