Scheepswerf Reimerswaal haalt Amerikaans droogdok naar Vlissingen
In dit artikel:
Scheepswerf Reimerswaal in de Quarleshaven (Vlissingen-Oost) breidt begin volgend jaar uit met een nieuw drijvend dok van 168 x 28 meter en een hefvermogen van 18.000 ton. Dat vervangt en overtreft het huidige dok (120 x 22 m, 6.500 ton) en maakt het mogelijk grotere en dieper stekende schepen te behandelen — tot circa negen meter diepgang in plaats van zes — waaronder binnenvaartschepen van ongeveer 135 meter, aldus directeur Rudi Pieters. Het dok is aangekocht in de Verenigde Staten; dat bleek logistiek aantrekkelijker en goedkoper dan import uit het Verre Oosten.
De werf, die in 2017 van Hansweert naar Vlissingen verhuisde, ligt aan een 410 meter lange kade met negen meter water en bedient vooral de bagger- en offshorewereld. Grote projecten en klanten zijn onder meer Deme (steenstorter Yellowstone), het hef- en installatieschip Brave Tern en opdrachtgevers als Boskalis, Van Oord en Jan De Nul. Daarnaast voert de werf uiteenlopend werk uit: van inbouw van scrubbers in kotters tot restauratie en ombouw van de historische veerpont Koningin Emma tot hotelschip.
Reimerswaal heeft circa 250 medewerkers, waarvan 40 vast in dienst en een flexibele schil van vaklieden uit Polen, Roemenië en Portugal; normaal zijn 100–150 mensen op de werf actief, piekend tot 200 bij grote klussen. Buiten de werflocatie verricht het bedrijf ook havenreparaties in het ARA-gebied en Zeebrugge. Pieters benadrukt bovendien dat de huidige Vlissingse locatie in een industriegebied ligt en daardoor geen overlast voor omwonenden oplevert, in tegenstelling tot de eerdere locatie in Hansweert. De investering moet ruimte bieden voor groei van de activiteiten en het aannemen van zwaardere, grotere scheepsprojecten.