Tieman: energieaccijns bij elektrische schepen moet lager
In dit artikel:
Minister Robert Tieman wil de fiscale ongelijkheid tussen elektrische en op brandstof varende binnenvaartschepen wegnemen omdat die de vergroening van de vloot belemmert. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat onderzoekt of het mogelijk en uitvoerbaar is om voor scheeps- elektriciteitsverbruik een lagere energiebelasting toe te passen; daarbij worden ook praktische uitvoeringsvragen en Europese regels meegenomen. De Kamer wordt geïnformeerd zodra die verkenning is afgerond.
Nu valt elektriciteit aan boord onder de reguliere energiebelasting, waardoor elektrisch varen relatief zwaarder wordt belast dan varen op traditionele brandstoffen. Een snelle afschaffing van bestaande accijnsvrijstellingen ligt niet in het verschiet. Voor schepen op waterstof geldt al dat ze geen accijnzen betalen; het kabinet blijft daarnaast inzetten op subsidieregelingen voor schone motoren en op onderzoek naar alternatieve brandstoffen zoals waterstof en methanol.
Tieman benadrukt het strategische belang van de binnenvaart: lage CO2-uitstoot per tonkilometer en de capaciteit om zware ladingen te vervoeren maken de sector essentieel voor de logistieke keten. Tegelijk laten recente cijfers zien dat de binnenvaart in Rijnvaartlanden terrein verliest: het vervoerde volume daalde sinds 2014 met bijna 25% en het Europese marktaandeel zakte van 11,7% naar 8%.
Die daling en het uitblijven van een substantiële modal shift van weg naar water schrijft het ministerie deels toe aan de forse groei van het wegvervoer en aan de manier waarop marktaandelen worden gemeten. Toch verwacht Tieman dat de doelstelling om structureel circa 440.000 containers per jaar naar het water te verplaatsen in 2027 gehaald kan worden, mede door toenemende wegcongestie die binnenvaart aantrekkelijker maakt voor verladers.
Voor extra publieke steun aan smart shipping-technologieën komt het kabinet voorlopig niet over de brug: de sector investeert al veel in systemen zoals slimme trackpilots en financiert verdere ontwikkeling en tests zelf, terwijl het gebruik van deze technologieën snel toeneemt vanwege veiligheids- en concurrentievoordelen.