Varen met La Terna brengt Limburgse ambtenaren op andere gedachten

In dit artikel:

Medewerkers van Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, de gemeente Venlo en de provincie Limburg stapten recent aan boord van het binnenvaartschip La Terna van schipper-eigenaar Leon de Wit om in de praktijk te zien hoe regels en realiteit op de Maas samenkomen. De tocht was georganiseerd in het kader van het Europese havenverduurzamingsproject Pioneers; deelnemers waren onder meer Wim Fabries (Rijkswaterstaat Z-N), Frank Berends (Rijkswaterstaat), Ton Neumann (Provincie Limburg), Robinia Heerkens (Rijkswaterstaat) en Leon Peters (gemeente Venlo). Initiatiefnemer Peter van Wijlick van Venlo had zelf nog nooit aan boord gezeten en wilde praktijkervaring opdoen.

Tijdens het varen kwamen concrete knelpunten naar voren. In sluizen geldt dat een schip moet vastliggen en de schroef uit moet; in de praktijk blijken bemanningen soms de schroef aan te laten om het touw strak te houden en te voorkomen dat het breekt. Als dat touw toch knapt, moet de schipper plotseling vol vermogen geven om het schip te corrigeren, wat gevaar kan opleveren voor kleine plezierbootjes en de sluisdeuren. Ook bleek bij een bocht nabij Maastricht dat bestaande beperkingen (waar La Terna een bocht niet zou mogen maken) niet altijd stroken met wat schippers laten zien: de kapitein demonstreerde met meerdere afstandsbedieningen dat het containerschip wél veilig een kortere bocht kon maken, terwijl langere duwbakcombinaties die wel mogen varen soms lastiger manoeuvreren.

De ervaring benadrukte dat beleid vaak met goede redenen is gemaakt, maar dat inzicht uit de praktijk essentieel is om regels realistisch en veilig toe te passen. Rijkswaterstaat Zuid-Nederland gaf aan vaker mee te willen varen zodat meer beleidsmedewerkers direct beleven wat schippers en schepen in de praktijk meemaken — een stap om onderlinge begrip te vergroten en beleid beter af te stemmen op de dagelijkse realiteit op het water.