Vondst wrak Titan roept emotionele herinneringen op: 'Ik zou eigenlijk aan boord zijn op de dag dat het schip verging'

zondag, 21 september 2025 (12:45) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

Oud-matroos en later eerste machinist Tenno Bloos (83) is diep geraakt door de vondst van het wrak van de koopvaarder Titan, het schip waarop hij als vijftienjarige begon en waar hij later als eerste machinist diende. De 53 meter lange kustvaarder, gebouwd in 1957, zonk op 1 februari 1964 met negen opvarenden tijdens een reis van Arendal (Noorwegen) naar de westkust van Engeland. Bloos had kort daarvoor zijn huwelijk uitgesteld en stapte eind januari van boord; daardoor miste hij de fatale vaart — iets wat hem sindsdien achtervolgt en hem nog vaak slapeloze nachten bezorgt.

Het wrak werd deze zomer per toeval opgespoord door een samenwerkingsgroep van de marine die oorspronkelijk zocht naar de Tweede Wereldoorlog‑onderzeeboot O13. Kapitein‑luitenant ter zee b.d. Jouke Spoelstra en de werkgroep O13Stillonpatrol lokaliseerden het schip op coördinaten 57°59,594’N 004°40,411’E, op ongeveer 102 meter diepte. Deze positie ligt circa 6 nautische mijl zuidelijk van de laatst bekende SAR‑positie van de Titan. Spoelstra meldt dat het wrak rechtop ligt, met een ingedeukte voorsteven; de luikhoofden ontbreken en de lading ligt nog in de ruimen. Volgens berekeningen werden de drenkelingen in de storm met een snelheid van ongeveer 1 Nm per uur afgedreven en zijn zij na circa 24 uur ongeveer 27 Nm zuidoost van de SAR‑positie aangetroffen.

Bloos schetst de Titan als een modern, aantrekkelijk schip voor die tijd, met relatief luxe hutten voor de bemanning. Hij voer acht maanden als jonge hulp in de machinekamer en werkte zich later op tot derde machinist bij Spliethoff, om na zes jaar terug te keren als eerste machinist op verzoek van rederijen Postma en Van Balsvoort. De ramp in februari 1964 trof vooral jonge mannen: de kapitein was 29, de stuurman 27 en de vervangende machinist was met 46 jaar de oudste aan boord. Bloos ontdekte later dat hoge golven bij windkracht tien de luiken hadden ingeslagen — een mogelijke oorzaak van het snel zinken.

De vondst van het wrak biedt niet alleen bevestiging van de locatie en toestand van de Titan, maar ook contactpunten voor nabestaanden. Schuttevaer ontving een bericht van de broer en zus van machinist Henk Altena, die destijds aan boord was; via de redactie zijn zij in contact gebracht met Spoelstra voor nadere informatie. Voor Bloos blijft de Titan, mede door de bemanning en zijn persoonlijke geschiedenis, altijd het meest bijzondere schip in zijn carrière.