Zandink I veroorzaakte kop-op-kopaanvaring met Lindengracht

woensdag, 27 augustus 2025 (13:31) - Weekblad Schuttevaer

In dit artikel:

Op 1 maart 2023 botsten op het IJsselmeer de binnenvaartschepen Lindengracht (82 m, eigendom van Rederij Cement Tankvaart uit Raamsdonksveer) en Zandink I (Eeltink Zandwinning uit Nijkerk). De schippers hadden via de marifoon afgesproken elkaar bakboord-bakboord te passeren: de Zandink I zou voorlangs gaan en naar de stuurboordzijde van het vaarwater uitwijken, terwijl de Lindengracht iets naar stuurboord zou varen. Desondanks raakten de schepen elkaar aan de bakboord voorzijden.

Beide partijen gaven elkaar de schuld en sleepten elkaar voor de rechter in Rotterdam. RCT vorderde bijna €604.000 schadevergoeding plus onderzoekskosten en incassokosten; Eeltink eiste op zijn beurt dat RCT aansprakelijk werd gesteld en vorderde circa €130.000 plus vergoeding voor tijdverlies.

Tresco-camerabeelden van beide schepen bleken tegenstrijdig en leverden geen doorslaggevend bewijs. Cruciaal waren echter de opnames van de Lindengracht zelf, die tijdens de zitting werden getoond. Die beelden tonen volgens het vonnis dat de Lindengracht op de stuurboordzijde voer, dat de Zandink I voorlangs passeerde en vervolgens plotseling naar bakboord stuurde, waardoor de aanvaring ontstond. De rechtbank concludeerde dat de Zandink I de gemaakte passeerafspraak heeft geschonden en volledig aansprakelijk is voor de botsing; de vorderingen van Eeltink werden afgewezen.

RCT krijgt vrijwel het volledige gevorderde bedrag toegekend. Meer dan twee derde daarvan betreft reparatiekosten; daarnaast zijn circa €94.000 toegewezen voor tijdverlies, ruim €76.000 voor bestrijding van olieverontreiniging en ongeveer €15.000 voor het in- en uitbouwen van een compressor. Eeltinks bezwaren tegen onderdelen van de schadeclaims, waaronder een betwisting van circa €6.100 aan reparatiekosten en het verweer dat tijdverlies vermijdbaar zou zijn geweest, zijn door de rechter verworpen. Ook de proceskosten zijn toegewezen aan RCT.