Zwaar transport gaat op de Elbe tijdelijk van water naar de weg
In dit artikel:
De Elbe in Duitsland kampt met historisch laag water, waardoor schepen een halve meter diepgang verliezen en zwaar transport tijdelijk van binnenvaart naar de weg moet overstappen. Dit treft onder meer het vervoer van windturbineonderdelen, die normaal via de haven van Aken en andere Elbe-havens zoals Haldensleben richting Middellandkanaal en verder worden vervoerd. Door de lage waterstand, mede veroorzaakt door een gebrek aan sneeuwval in Tsjechië afgelopen winter, vertraagt het transport nu aanzienlijk; vrachtwagens doen er vaak twee nachten over waar een auto een uur rijdt, en vervoer vindt vaak ’s nachts plaats vanwege beperkingen zoals viaducten.
Havendirecteur Jan Schwärzel benadrukt het essentiële belang van de rivier voor het vervoer van grote en zware ladingen die niet per weg vervoerd kunnen worden, en waarschuwt dat bedrijven hun productie- en montageplanning moeten afstemmen op gemiddeld 120 dagen laagwater per jaar. Het jarenlange streven om de rivier te verbeteren via het plan Gesamtkonzept Elbe uit 2017 is mislukt, onder meer door tegenstand van omwonenden en natuurbeschermers tegen ingrepen zoals het verdiepen of aanpassen van de rivier met stuwen en sluizen.
Dit leidt tot een voortdurende discussie over de toekomst van de Elbe als belangrijke waterweg. Milieuorganisaties pleiten er al jaren voor om de rivier ‘uit de vaart’ te nemen, en zelfs politici uit groene hoek hebben verklaard dat de Elbe zijn functie als hoofdvaarweg verliest. Daarmee staat niet alleen het binnenvaartvervoer, maar ook de logistiek rond duurzame energieprojecten zoals windturbines onder druk door de veranderende omstandigheden van het rivierenlandschap.